Lei Glansmispel

Lei amberboom 'Worplesdon', het hele jaar mooie kleuren in de tuin De amberboom is gedurende het hele jaar een kleurrijke aanwinst voor de tuin. Door de mooie verkleuring van de bladeren, verandert deze leiboom meerdere keren van uiterlijk. Met de opvallende schors en de ronde vruchtjes, is de boom ook na het bladverlies in de koude wintermaanden, prachtig om te zien. De boom groeit vrij langzaam. Als hij 20 jaar is, zal hij meestal pas de 10 meter aantikken. Hierdoor is de amberboom ook geschikt voor de kleinere tuin. De Liquidambar styraciflua is de Latijnse naam voor de lei amberboom. Het eerste deel van de Latijnse naam is te herleiden naar het woord liquid wat vloeistof betekent. Ambar kan vanuit het Arabisch vertaald worden als 'gom'. Samengevoegd verwijst liquidambar naar het opvallende kenmerk van de amberboom: de gomhars die door de boom wordt afgescheiden. Vroeger werd dit stofje als balsem gebruikt tegen allerlei kwaaltjes. De gomhars wordt nog steeds zomers bij hoge temperaturen door de boom afgescheiden, maar het product wordt tegenwoordig niet meer voor allerlei kwaaltjes gebruikt. Worplesdon is de locatie in Engeland waar door enting op de onderstam cultivars ontstonden. De bomen kunnen daardoor verschillen in onder meer vorm en grootte.   Uiterlijke kenmerken: Een hoge decoratieve waarde   In de herfst focust de amberboom zich op de wortels waardoor hij tijdelijk voedingsstoffen terugtrekt uit de bladeren. Het drastisch verminderen van de voedingsstoffen heeft de bijzondere verkleuring van de bladeren tot gevolg. De handvormige bladeren staan op een lange steel en zijn zomers glanzend groen. Tijdens de herfst worden de groene bladeren eerst geel, dan oranje en vervolgens dieprood. Tenslotte vallen de blaadjes eraf. Het opvallende is dat er bij het kneuzen van deze bladeren een geur vrijkomt, die als aangenaam wordt ervaren. De amberboom is eenhuizig, dus de vrouwelijke en mannelijke voortplantingsorganen komen op één boom tegelijk voor. De bloei vindt plaats in april/mei. De mannelijke bloem bloeit in aren. De vrouwelijke geelgroene bloemen vallen nauwelijks op en hebben daardoor geen sierwaarde. Later worden er uit de bloemen ronde stekelige doosvruchten ontwikkeld. De doosvruchten vallen veel meer op dan de bloemen. Ze blijven tot lang in de winter hangen en zijn goed zichtbaar doordat de boom intussen zijn bladeren heeft laten vallen. De vruchtjes geven de amberboom een mooi uiterlijk in een winterse tuin. Tijdens de eerste jaren is de amberboom kegelvormig, maar dit verandert naar een meer ronde vorm als de boom ouder wordt. De rechte stam van de jonge amberboom heeft nog een roodbruine schors, maar ook dat verandert als de boom ouder wordt. De stam van een volwassen boom krijgt een grijstint. Op de oude takken van de boom worden karakteristieke kurklijsten gevormd, die ook goed zichtbaar worden na het bladverlies.   Verzorging: Makkelijke en gezonde boom   De lei amberboom 'Worplesdon' is gezond en niet gevoelig voor ziekten. De eisen die aan de grond gesteld worden, zijn simpel. Een goed doorlatende grond met genoeg voeding is al voldoende om deze plant goed te laten groeien. Een extreme Ph-waarde kan eventueel wel een probleem zijn. De winterharde boom voelt zich goed op een open en zonnig plekje. De boom met zijn oorsprong in het oosten van Noord-Amerika is winterhard en kan goed tegen regen. Het wortelgestel is vrij oppervlakkig. Ze zijn moerasgebied gewend, dus de wortels gaan niet zo ver de diepte in. Dit betekent dat er bij langdurige droogte water moet worden toegevoegd. Van november tot maart is de boom tijdelijk in rust. Dat is dan ook de periode dat hij het best gesnoeid kan worden, tenzij het vriest. Zomers kunnen de dunne laaghangende dode takken ook al verwijderd worden. Snoeien is vaak niet eens noodzakelijk, behalve als er een bepaalde vorm gewenst is.

PRUNUS 'UMINEKO' LEIBOOM OF DE LEI SIERKERS De Leisierkers of de Prunus 'Umineko' dus, is een smal blijvende, zuilvormige boom met een half open kroon die het heel goed doet in de functie van een laanboom. Maar, net omwille van deze ranke gestalte waarmee hij dus betrekkelijk weinig plaats inneemt, is de Leisierkers geschikt voor een plekje in zowat elke tuin, klein zowel als groot. DE LEI SIERKERS EN ZIJN STAMBOOM De Prunus 'Umineko' leiboom komt uit de familie van de Rosaceae oftewel uit de rozenfamilie. Dat toont hij ook in al zijn pracht als hij al vroeg in het voorjaar, rond de maand april, uitbundig begint te bloeien. Prachtig zijn ze die opvallend, helder witte bloesems die een feest zijn voor de naar nectar hunkerende vlinders, voor de dorstige bijen, maar zeer zeker ook voor ons menselijk oog. De familie van de Lei Sierkers is afkomstig uit het Engelse Colingwood Ingram waar deze mooie leiboom in 1928 voor het eerst in zijn huidige vorm werd gekweekt. STERK IN AL ZIJN RANKHEID Vergis je niet. Want, hoe frêle deze Lei Sierkers in zijn smalle groei ook mag lijken, hij is net omwille van die slanke buigzaamheid, uitermate bestand tegen felle wind en bovendien absoluut winterhard. Ook qua grondsoort is de Prunus Umineko niet bepaald kieskeurig, al houdt hij absoluut niet van al te natte, drassige grond. Als je hem door laat groeien, kan deze boom zeker een hoogte bereiken van zes tot zelfs acht meter. Maar als jij hem liever regelmatig in zijn groei wil snoeien, dan doe je dat bij voorkeur in de maand juni. DE SCHOONHEID VAN DE LEI SIERKERS IN ALLE JAARGETIJDEN Niet alleen in de lente is de dan, zoals eerder gezegd, zo uitbundig bloeiende Lei Sierkers een streling voor het oog en een vrolijke aankondiging van zonnige, fleurige dagen. De echte kleurenpracht die volgt pas in de herfst. Nadat het donkergroene blad van de Lei Sierkers de hele zomer lang de laan of zijn plekje in uw tuin heeft gesierd, beginnen zijn bladeren aan het begin van de herfst te verkleuren. En dat doen ze zeker niet onopvallend in hun sprankelende combinatie van opvallend oranje, warm paars en hevig rood. Je kan deze feestelijke herfstkleuren van de Lei Sierkers moeilijk anders zien dan als een ware streling voor het oog, een laatste uitspatting van vrolijke schoonheid vooraleer de sierkers opnieuw in kale wintermodus gaat tot hij in het vroege voorjaar begint te botten en met de witte bloesempracht een nieuwe lente viert.