Gewone Walnoot

De Juglans regia, ook wel de Gewone walnoot genoemd, heeft een heldergroen geveerd blad. Na de bladontwikkeling verschijnen de katjes en de bloemen. Aan de boom groeien groene vruchten waar eetbare noten in zitten. Noten verschijnen pas bij bomen die circa 15 jaar oud zijn. Geschikt voor kalkrijke en vochthoudende bodem. Maar kan ook in klei- en zandgrond.

Juglans regia in een notendop
Het type geslacht voor de walnotenfamilie (Juglandaceae), Juglans, bestaat uit ongeveer 20 soorten loofbomen die voorkomen in de gematigde streken van Zuid-Europa, Amerika en Oost-Azië. Verschillende soorten zijn van sierwaarde, terwijl een aantal soorten van commercieel belang zijn, gekweekt voor hun gewassen van walnoten die rijp zijn om te worden geplukt in de herfst. Naast de vruchten hebben walnoten prachtig gekorreld hout dat wordt gewaardeerd voor het maken van onder andere meubels en siervoorwerpen. Juglans regia of gewone walnoot is over het algemeen de keuze voor walnoten. De bladeren en schors bevatten juglone, die andere bomen kan vergiftigen. Experimentele studies hebben aangetoond dat juglone de ademhaling van planten kan remmen, gevoelige planten de benodigde energie kan ontnemen en het vermogen van de plant om water en voedingsstoffen op te nemen, kan verminderen. Juglans regia is een snelgroeiende boom die brede luifels ontwikkelt van 18 meter breed en 30 meter hoog. Het is een soort dat veel licht vereist en volle zon nodig heeft om goed te groeien. De knoppen ontwaken uit de winterslaap tussen half april en eind mei en het blad valt begin november. De grote samengestelde bladeren verspreiden een citroen/ limoengeur, vooral wanneer ze worden geplet. De bloemen openen voor of rond dezelfde tijd als de bladeren en je kunt zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen aan de plant vinden. De mannelijke bloemen zijn slanke katjes en de vrouwelijke bloemen zijn kleiner, vaak te vinden op de toppen van de takken. Bestuiving wordt uitgevoerd door de wind.

Waar planten en hoe verzorgen?
De beste plaatsen voor walnootbomen zijn zonnige, relatief beschutte locaties. Vorstzakken moeten worden vermeden. De ideale grond is een diepe, vruchtbare, goed doorlatende bodem met een pH tussen 6 en 7.Het is raadzaam om bij het uitplanten geen compost toe te voegen aan de wortels van de boom en slechts een beetje topdressingcompost toe te voegen aan je nieuwe geplante walnootboom. In het tweede jaar zal het toevoegen van ongeveer 10 liter compost aan de basis van de boom in het voorjaar voldoen aan de groeiende stikstofbehoeften. Een overvloed aan stikstof maakt de boom vatbaarder voor bacteriebrand. Irrigeren is niet nodig, tenzij de regenval minder dan 600 mm per jaar bedraagt en de verdeling hiervan het hele jaar door ongelijk is. Jonge bomen kunt u tijdens de zomermaanden eens per twee weken water geven. Vermijd spatwater op de bladeren, omdat dit de ontwikkeling van bacteriebrand bevordert.

Snoei in vorm als de boom jong is. Houd de planten goed bewaterd als de vruchten rijpen. In gebieden met een hoge zomervochtigheid kunnen de noten onderhevig zijn aan schimmelproblemen. Zaden kunnen in het vroege najaar worden verzameld; bewaar rijpe zaden in koele omstandigheden tot het in het vroege voorjaar kan worden gezaaid. Het is ook belangrijk om de bomen vrij te houden van onkruid terwijl ze zich vestigen, aangezien jonge bomen geen concurrentie verdragen, vooral van gras. De bomen jaarlijks mulchen met organisch materiaal werkt goed, maar zorg ervoor dat de basis vrij is van mulch om te voorkomen dat deze gaat rotten.

Mogelijke problemen
Zonnebrand kan voorkomen bij extreme zomerhitte. Dit is meer een probleem als de boom onder vochtstress staat. Jonge bomen zijn ook zeer vatbaar voor vorstschade. Volwassen bomen zijn beter bestand tegen vorst, maar bloemen kunnen worden vernietigd bij vroege vorst. Mogelijke ziekten en schade van insekten zijn: bacteriebrand, bladvlekkenziekte, viltmijt, wortel- en kroonrot, bladluizen en diepe schorskanker.